Skip to main content

“Papa, waarom stinkt het hier zo?”

Die vraag kreeg ik laatst van mijn dochter, toen we samen een gebouw binnenliepen. En eerlijk? Ze had helemaal gelijk. Het was benauwd, muf… en veel te warm voor de tijd van het jaar.

Mijn blik ging automatisch omhoog, naar de plafonds, de ventilatieroosters, de thermostaat aan de muur. Oud vakmanschap, denk ik dan. Of nee — in dit geval: gebrekkig vakmanschap. Nieuwbouw, alles strak en modern, maar het binnenklimaat? Dat klopte van geen kant.

Analyse bij Kinderopvang Prins Vleermuis in Ede

Het deed me direct denken aan een project waar ik onlangs intensief bij betrokken was: Kinderopvang Prins Vleermuis in Ede. Een mooie, nieuwe locatie, maar al snel kwamen er klachten. Niet over het pedagogisch beleid of het speelgoed, maar over het klimaat binnen.

Hoofdpijn. Vermoeidheid. Een muffe geur die bleef hangen. En een ventilatiesysteem dat meer geluid maakte dan lucht verplaatste. Medewerkers trokken aan de bel. En terecht.

Want een slecht binnenklimaat is geen detail.
Het raakt alles: gezondheid, werkplezier, concentratie. Zeker op een plek waar jonge kinderen dag in dag uit spelen, leren en groeien. En waar medewerkers elke dag hun energie geven.

Toen ik werd ingeschakeld, ben ik eerst gaan luisteren. Wat wordt er ervaren? Waar zitten de pieken? Wanneer is het het ergst? Pas daarna begon ik met meten. Niet één dag, maar langdurig. Niet op één plek, maar verspreid over het gebouw.

De resultaten lieten weinig te raden over:
– CO₂-waarden ruim boven de norm
– Een koeling die niet of nauwelijks werkte
– Slecht afgestelde vloerverwarming
– Stank, veroorzaakt door een combinatie van technische gebreken
– En ventilatiegeluid dat je gewoon moe maakt

Ik heb alles naast het bestek gelegd, wettelijke eisen gecheckt, berekeningen gemaakt. Wat blijkt? Op papier klopte het. In de praktijk niet.

Daar zit precies de crux.
Gebruikerservaring vertelt het échte verhaal. En daar mag je niet omheen. Dus stelde ik een concreet verbeterplan op — praktisch, haalbaar én duurzaam. Geen ingrijpende verbouwingen, maar slimme aanpassingen binnen de bestaande installatie.

Oplossingsgericht verbeteringen bij Kinderopvang Prins Vleermuis in Ede

Samen met betrokken partijen voerden we de aanpassingen uit. En het verschil? Was voelbaar én meetbaar. 🌿
Geen hoofdpijn meer. Geen muffe geur. Frisse lucht, een stabiele temperatuur, rust. Medewerkers gaven aan zich fitter te voelen, kinderen leken actiever. Het gebouw deed weer wat het moest doen: ondersteunen, niet belasten.

Wat ik hiervan geleerd heb?

👉 Nieuwbouw is niet per definitie goed geregeld.
👉 De combinatie van menselijk inzicht en data is goud waard.
👉 Kleine ingrepen kunnen grote impact hebben — mits goed onderbouwd.

Ik geloof dat we gebouwen kunnen maken die bijdragen aan welzijn. Aan energie. Aan werkplezier. Maar dan moeten we verder kijken dan het ontwerp. Dan moeten we luisteren naar de mensen die erin leven en werken.

Wanneer heb jij voor het laatst nagedacht over het binnenklimaat op jouw werkplek?
Of in het gebouw waar jouw kinderen elke dag zijn?

Ik hoor graag je ervaring. Want een gezond gebouw begint niet bij techniek, maar bij het stellen van de juiste vragen. 💬

Leave a Reply